Bamboe kampvuur - Reisverslag uit Luang Prabang, Laos van Renée Hagen - WaarBenJij.nu Bamboe kampvuur - Reisverslag uit Luang Prabang, Laos van Renée Hagen - WaarBenJij.nu

Bamboe kampvuur

Door: Renée

Blijf op de hoogte en volg Renée

08 December 2013 | Laos, Luang Prabang


Terwijl jullie Sinterklaas vierden, doe ik dingen die UNESCO wel tof vindt. Ik ben nu in Luang Prabang, de vroegere hoofdstad van Laos vol oude tempels en paleizen.

De afgelopen weken waren heel wat anders dan daarvoor. Elke dag liep ik door de natuur, door bergen en rijstvelden, langs watervallen, wadend door rivieren, alleen, met een lokale gids of met andere backpackers. Elke avond bracht ik door bij het vuur, want het wordt hier 's nachts best koud. Soms een openhaard in een guesthouse, maar meestal een kampvuurtje van lange bamboestokken, die steeds verder naar binnen geschoven werden. Bamboe op, avond voorbij.

Dit ritme begon in Sapa, Noord-Vietnam. Deze regio wordt gekenmerkt door rijstterrassen op de bergen en dorpjes van inheemse stammen. Eerst liep ik een driedaagse tocht langs de dorpen, met gids La, een 20-jarig meisje uit een H'mong dorp. Dat was heel leuk, na de eerste dag werd ze wat minder verlegen en vertelde ze veel over het leven in het dorp en de tradities en gewoontes van de H'Mong, en vroeg mij de oren van m'n lijf over 'het Westen'. We sliepen bij families in de dorpen, waar wel vaker toeristen kwamen: 's ochtends bleek dat ik gewoon nog op de banana-pancake trail zat. Maar het was wel gaaf om met de familie en de kinderen rond het kookvuur te zitten en met handen en voeten met ze te praten. Vooral: Hoeveel kinderen heb je? Geen. O wat erg! Nee maar dat komt later. Waar is je man? Thuis. (het makkelijkste antwoord :P)

Na 1 nacht in een hostel begon ik samen met een andere Nederlander, twee Duitsers, gids Cha en een drager voor het eten aan de klim naar Fansipan, met 4134m de hoogste berg van Indochina. Ik dacht dat het een eitje zou worden, maar het was echt best zwaar! Het pad begon heel onschuldig langs een rivier door het bos, maar al snel klommen we met handen en voeten over gigantische rotsblokken - weer een paar blauwe plekken en schrammen erbij. Ik vind het mooi dat overal ter wereld dezelfde berg-mores bestaan, in de Franse Alpen, de Himalaya en dus ook de Tonkinese Alpen: Je zegt iedereen die je ziet gedag, tegemoetkomende dragers hebben altijd voorrang en wie z'n handen gebruikt om te klimmen is af (iedereen dus na 2 uur). Vlak voor zonsondergang werden de andere Nederlander en ik beloond met een fantastisch panorama, met uitzicht op China en Laos (de Duitsers hadden het niet gehaald). We sliepen in de meest primitieve berghut die ik ooit hoop te zien, met als muren een zeiltje met gaten - ik ben nog steeds verkouden - en daalden de volgende ochtend weer af.

Na Fansipan nam ik de bus over de grens met Laos, een 17-urige reis die een stuk minder vervelend werd door de lol die ik onderweg had met de Amerikaanse Dace. Na 8 uur rijden stopten we bij een restaurantje, waar de Vietnamezen massaal gekookte eieren bestelden. Dus wij namen er beiden ook 2, niet wetende dat onder de schil een kippenfeutus zat. Bij het pellen kon ik een klein gilletje niet onderdrukken, maar we besloten te yolo-en en aten alles op (met chilli-suiker-limoen dip), onder geklap en gejuich van onze busgenoten. Het smaakte eigenlijk gewoon naar ei, maar dan met een crunch...

Eenmaal in Laos nam ik een slowboat over de Nam Ou (zijtak van de Mekong) naar Muang Ngoi Nuea, een heel klein dorpje langs de rivier en tussen de bergen. Het was nog wel een beetje toeristisch, er waren nog zo'n 30 andere backpackers, maar het dorp was erg mooi en heel relaxt, met alleen houten en rieten huisjes, maar 1 straat en kippen, varkens en honden die door het stof liepen. Er was elektriciteit van een primitieve watermolen. Overdag liepen we naar de grotten en tempeltjes, praatten we met de monniken van het klooster en lagen we te zonnen op een strandje aan de Nam Ou. Na zonsondergang verzamelden alle falangs (buitenlanders) zich rond de kampvuurtjes en dronken we Beerlao (alleen te krijgen in flessen van 640ml) en laolao, de lokale rijstwijn met een onbekend maar hoog percentage alcohol... Best een prima leven. Na 2 dagen besloot ik naar een van de dorpjes in de bergen te lopen en te kijken of ik daar kon overnachten. In een dorpje van zo'n 80 inwoners sliep ik bij een oude man en zijn zoon. De Lao eten met elke maaltijd plakrijst, het liefst uit het vuistje, met je rechterhand balletjes rollend, dus dat eet ik ook al een week. Maar prima, want het is eigenlijk mega lekker! Meestal met hele scherpe groente, maar als ontbijt soms met kokosmelk, wat echt heel nice is. De volgende ochtend begon ik naar het volgende dorp te lopen, wat vooral waden door een rivier was, en voegde me bij twee jongens die dezelfde kant op gingen. Darran (Ierland), Federico (Argentinië) en ik wandelden naar Huay Bo, waar we werden ontvangen door een vrouw met haar dochter en kleinkinderen. Hier hadden we een van de beste middagen van m'n hele reis. Na een dag zweten in de zon wilden we een douche en die was er: de kleine waterval aan de rand van de rijstvelden. Gehuld in een sarong (Lao-stijl) wasten we ons in het ijskoude water. Tijdens het afdrogen spotte Federico een boom vol grapefruit, dus met lange bamboestokken sloegen we er een paar uit. Mjamjam! Terug in het dorp speelden we met de kinderen, ze showden hun zelfgebouwde zeepkist en we lieten ze hun foto's op de schermpjes van onze camera zien, dat vonden ze echt fantastisch. Na een laatste avond bij kampvuur namen we met z'n drieën (en nog 20 Lao) in een minibus naar Luang Prabang, naar men zegt de mooiste stad van Azië...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Renée

Actief sinds 03 Sept. 2013
Verslag gelezen: 320
Totaal aantal bezoekers 14871

Voorgaande reizen:

29 December 2014 - 04 April 2015

Onderzoek in de Filipijnen

05 September 2013 - 23 December 2013

Nepal en Zuidoost Azië

Landen bezocht: